Utrechts
Nieuwsblad, 7 december 2004.
Huurplannen
gaan evenwicht in veel wijken verstoren
Minister
Dekker wil de huren fors verhogen. Ze wil over een periode van vijf jaar een
extra verhoging van gemiddeld 10 procent toestaan. De bewindsvrouw wil de
extra opbrengst gebruiken om de woningbouw een nieuwe impuls te geven. Of dat
ook gaat gebeuren, valt volgens Piet de Vrije te bezien.
10
procent extra huurverhoging ( bovenop de inflatiecorrectie) is een forse
ingreep. Voor de bedrijfsvoering van onze woonstichting Patrimonium in
Veenendaal hebben we die extra verhoging niet nodig, want we kunnen goed op
eigen benen staan.
Landelijk heeft 30 procent van de huurders huursubsidie. Dat percentage geldt
ook voor onze woonstichting. Als de huren stijgen gaan deze mensen meer huur
betalen en vergoedt de minister dat deels via de huursubsidie. Ook mensen die
nu niet voor subsidie in aanmerking komen, krijgen het dan wel. De laagste
inkomens zijn maximaal 18 euro per maand extra kwijt.
Als
de minister haar plan doorzet, krijgen wij als corporatie voor het extra
beslag op de huursubsidie de rekening gepresenteerd. Elk jaar dragen we dan
bijna anderhalf miljoen euro af aan het Rijk, terwijl dat nu uit de
belastingen komt. Dat bedrag zal stijgen.
De minister geeft ons de ruimte, het extra bedrag terug te verdienen door
woningen met een waarde van meer dan 130.000 euro ( volgens de Waardering
Onroerende Zaken) te liberaliseren. Van die huizen mogen we, als ze vrijkomen,
de huur onbeperkt verhogen. In vijf jaar mogen de huren van alle
geliberaliseerde woningen worden verhoogd tot een maximum van 10 procent. Het
zou in de provincie Utrecht gaan om 30 procent van de huizen.
Asociaal
Voor onze corporatie houdt dit in dat alle eengezinswoningen die sinds 1970
zijn gebouwd, in de vrije huursector terecht komen. Ik vind dit uitermate
asociaal. De volkshuisvesting is immers opgezet om mensen met lagere
inkomens ook fatsoenlijk te laten wonen. Liberalisering betekent dat wijken
nog meer verkleuren en segregeren. De hogere inkomens gaan naar de grotere
woningen en de nieuwere wijken. De lagere inkomens komen straks terecht in
flats, vooroorlogse woningen en wijken die kort na de oorlog zijn gebouwd. En
dat is beslist niet alleen in Veenendaal het geval.
Nieuwe huizen die we straks bouwen, vallen door het beleid van Dekker
grotendeels boven de liberalisatiegrens. We kunnen nauwelijks nog nieuwe
sociale huurwoningen aan ons bestand toevoegen. Als we wijken renoveren door
te slopen en nieuw te bouwen, daalt het aantal sociale huurwoningen. De
volkshuisvesting wordt straks een sterfhuis. De vorige bewindsman voor
volkshuisvesting, de VVD’er Remkes, schrapte de term volkshuisvesting uit
alle overheidsstukken. Hij hield niet van dat ’ volks’, terwijl de naam
van zijn partij - de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie - anders doet
vermoeden.
Minister Dekker, ook VVD, brengt de volkshuisvesting terug tot huisvesting
voor de armen. De modale inkomens betalen het gelag. In Veenendaal huist bijna
40 procent van de huurders in sociale huurwoningen. Dat is een aangename mix
van inkomensgroepen over wijken en buurten. We moeten vrezen dat dit
evenwichtige beeld wordt verstoord. Het is voor het eerst dat de koopsector
wordt ontzien en de huurders moeten opdraaien voor tekorten. Tot nu toe
werd de ondersteuning van huurders en kopers in gelijke mate door de overheid
gekort. Waarom wil de minister deze liberalisatie? Bezuinigingen? Natuurlijk,
maar ze wil ook dat er meer wordt gebouwd. Een loffelijk streven, want ook in
Veenendaal meten we de wachttijd in jaren. Dat is natuurlijk veel te lang.
Gaan we straks met de extra hoge huren meer bouwen? Ik vrees van niet. De
bouwproductie wordt niet geremd door gebrek aan geld. We kunnen voldoende
lenen via het landelijke Waarborgfonds. Nee, de pijn zit hem in de
bestuurlijke kwaliteit van de gemeente en haar capaciteit op het gebied van de
ruimtelijke ordening. De productie loopt jaren achter. Volgens het CPB is dit
in vrijwel heel het land hetzelfde. Gaat een gemeente als Veenendaal door
het nieuwe beleid harder lopen? Te vrezen valt van niet. Het kabinet bezuinigt
ook op de financiële bijdragen aan gemeenten. Burgemeester en wethouders
hebben, ondanks hun sociale signatuur, bezuinigingen aangekondigd op het
ambtelijk apparaat.
Onze wethouder voor de volkshuisvesting timmert aan de weg voor senioren- en
jongerenhuisvesting. Zal hij ons straks ook nog goedkope grond aanbieden als
hij weet dat de bouwproductie de vrije sector in wordt geduwd? Het CPB schreef
ook dat liberalisering de doorstroming op de woningmarkt eerder belemmert dan
stimuleert.
De huren voor de modale inkomens gaan omhoog. Kopen kunnen deze mensen
niet, dat is te duur. Ze kunnen ook niet naar goedkope huurwoningen omdat die
markt op slot zit. Ik vrees dat van de mooie beleidsvoornemens alleen de
bezuinigingen overblijven. Die worden grotendeels door de middeninkomens
betaald. En dat alles omdat de minister niet wil bezuinigen op grootstedelijke
projecten. Inderdaad, als ze geld steekt in extra wegen van en naar Almere,
zal de bouwproductie daar wel weer op gang komen. Maar moeten de huurders in
gemeenten als Veenendaal daar voor betalen of is dat een zaak van alle
belastingbetalers?
Piet de Vrije is directeur van woonstichting
Patrimonium in Veenendaal. Met 6000 woningen behoort die tot de corporaties
van gemiddelde omvang.
[Patrimonium
Woonstichting, 0318-557911]
Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk