Volkskrant, 23 november 2004
Wie huur niet
kan betalen, moet op een houtje bijten
Achtergrond / Huren vanaf 2010 in plan van minister vrij
Sanne
ten Hoove
Vanaf
2006 wordt de huur van zo'n 650 duizend woningen vrijgegeven; dat heeft voor
sommige huurders aanzienlijke gevolgen. Zeven vragen over het nieuwe
huurbeleid.
Welke
woningen worden straks overgelaten aan de vrije markt?
De meest waardevolle woningen worden vanaf 1 juli 2006 vrijgegeven. Minister
Dekker van VROM kijkt daarbij niet naar de huidige marktwaarde, maar naar de
zogeheten WOZ-waarde, die in 1999 door de gemeenten is vastgesteld. Globaal
geldt: is die WOZ-waarde hoger dan 115 duizend euro, dan wordt de woning
vrijgegeven.
Op
grond van regionale prijsverschillen mag hiervan echter worden afgeweken. De
ondergrens ligt op 100 duizend euro (in regio's met een lage gemiddelde
huizenprijs), de bovengrens op 130 duizend (in bijvoorbeeld Amsterdam en
Utrecht). Begin 2005 wordt de nieuwe WOZ-waarde vastgesteld, waarna de
bedragen zullen verschuiven.
In
totaal worden circa 650 duizend woningen geliberaliseerd, bij elkaar 25
procent van het totaal aantal huurwoningen. Nu is 5 procent van de
huurwoningen (met een maandelijkse kale huur boven de 600 euro)
geliberaliseerd.
Wat
gaat er veranderen voor de huurders?
Voor de zittende huurders geldt een vierjarige overgangsregeling. Die komt
erop neer dat de verhuurders de huur jaarlijks met het inflatiepercentage
mogen verhogen. Dat wordt vervolgens elk jaar extra verhoogd. In 2006 met
maximaal 2 procent, in 2007 met 3 procent, in 2008 met 3,5 procent en in 2009
met 4 procent. Vanaf 2010 worden
de huren geheel vrijgegeven. Hoe de huurprijs zich dan ontwikkelt, is
afhankelijk van de wetten, van de markt. Van woningcorporaties wordt verwacht
dat ze niet het onderste uit de kan zullen halen.
Wat
verandert er nog meer?
Wie een conflict heeft met zijn huurbaas, bijvoorbeeld over achterstallig
onderhoud, is straks slechter af. Vanaf 2010 rest alleen een juridische
procedure; een gang naar de huurcommissie is uitgesloten. In de
overgangsperiode kan bij de huurcommissie nog wel geklaagd worden over extreme
huurverhogingen.
Wat
betekent de liberalisering voor huurders met huursubsidie?
Vrijwel niets. Of ze nu in een corporatiewoning wonen of in een
geliberaliseerde woning: hun huur zal gematigd stijgen en de huurbescherming
blijft intact. Bovendien worden huurstijgingen grotendeels gecompenseerd door
de huursubsidie. Voor alle overige huurders geldt dat de huurstijging zal
afhangen van het type verhuurder.
Particulieren
mogen vanaf 2005 1,5
procent plus inflatie rekenen, oplopend tot 3,5 procent plus inflatie in 2009.
Wie bij een woningcorporatie huurt - en niet in een geliberaliseerde
woning woont - is het beste uit. De huurstijgingen blijven de komende drie
jaar beperkt tot respectievelijk 0,4, 0,8 en 1,2 procent boven inflatie.
Belanden
de huurverhogingen in de zakken van de verhuurders?
Niet
bij de woningcorporaties. Ze moeten extra woningen bouwen en vanaf 2006
jaarlijks 250 miljoen mee te betalen aan de huursubsidie. Hierdoor gaat de
tweede bezuinigingsronde op de huursubsidie niet door. Dekker bekijkt in 2008
of de corporaties aan hun verplichtingen hebben voldaan. Zo niet, dan gaan de
huren niet verder omhoog.
En
de particuliere verhuurders dan?
Zij kunnen hun kassen spekken. De institutionele beleggers hebben wel
herhaaldelijk beloofd dat ze extra woningen zullen bouwen. Dat komt doordat ze
na de liberalisering makkelijker geld kunnen verdienen aan huurwoningen.
Dekker kan particulieren echter niet verplichten woningen te bouwen.
Wat
gebeurt er als ik geen huursubsidie krijg en toch de huur niet meer kan
opbrengen?
U zult op een houtje moeten bijten of moeten uitkijken naar een betaalbare
(koop)woning. Dekker vertrouwt erop dat die beschikbaar zijn, gezien de
bouwprogramma's. Maar ze bekijkt pas in 2008 of dat het geval is. Voor die
tijd zijn de huren in het geliberaliseerde gebied al aardig verhoogd.
Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk